VANDAMME José


Né à Ingelmunster, 29/06/1928
Décédé à Kongolo, 01/01/1962
Nationalité: belge
Profession à Cellule (Fr), 08/09/1948
Sous-diaconat à Leuven, 24/02/1953
Diaconat à Leuven, 30/05/1953
Ordination sacerdotale à Leuven, 02/08/1953
Consécration à l'apostolat à Leuven, 11/07/1954
Voeux perpétuels à Leuven, 08/09/1951
Le Père José Vandamme était de Ingelmunster. Il y avait une sœur religieuse; et un frère étudiant à Leuven.
Ayant quitté la Belgique en 1955, il était devenu directeur de l'école normale de Kongolo. Il rendait en outre d'inappréciables services notamment à l'hôpital, où il exerçait les fonctions d'aumônier et dans les écoles primaires où il était chargé du chant. Son âme d'artiste avait l'occasion de s'en donner à cœur joie.
Le Père José jouissait de la sympathie universelle. Tout Kongolo appréciait son allant, sa serviabilité, ses brillantes qualités de cœur. Il ne renâclait devant aucune mission difficile. Les événements tragiques qui troublaient Kongolo depuis juin 1960 le trouvaient toujours aux avant-postes. Intrépide même devant le danger, toujours prêt pour les coups durs. Son supérieur l'appelait son 'commando de la charité'.
Dans une dernière lettre envoyée le 23 décembre 1961, le Père Vandame écrivait que la situation était critique, et que les mutins menaçaient Kongolo. Il espérait néanmoins que tout allait rentrer dans l'ordre.


Uit de "Postiljon", december 1997 (jaargang 21, n° 4)
In Ingelmunster werd hij geboren op 29 juni 1928. Hij kreeg het leven in een eenvoudig, gelovig gezin.
Als jonge knaap volgde hij franse les bij de Paters van de H.Geest. In de Weststraat was er nog het gewezen missiecollege waar José dan ook de missiewerking van de paters leerde kennen. Ondanks de moeilijke oorlogsjaren en de verre afstanden wilde José in 1941 toch naar Lier gaan studeren op het missiecollege, want hij wilde missionaris worden.
De oorlogsomstandigheden verplichtten José dikwijls te verhuizen. Na een kreupele vierde latijnse wegens de invasie begon José zijn derde, doch zette dit jaar voort in het college van Izegem en beëindigde het jaar in het college te Gentinnes. Het volgende jaar anticipeerde hij zonder moeite de retorica en daarna volgde hij de poësis op het Sint-Gummaruscollege te Lier. José verlangde daarop zo vlug mogelijk naar het noviciaat van de Spiritijnen te gaan (Cellule, in Frankrijk) zodat hij de retorica in Lier oversloeg (en ook geen gehomologeerd getuigschrift kreeg...). In Cellule was hij dat jaar de enige vlaamse novice. Daar getuigt men :  " José was een voorbeeldig, stipt en plichtsgetrouw kloosterling. "  
In 1953 werd José in Leuven priester gewijd. Een beste vriend van José uit de studententijd gaf volgend getuigenis: " Zijn priesterschap doorleefde hij tenvolle. Hij had er geen nood aan om te pas en te onpas met God en gebod te komen aandraven, maar wist op het juiste ogenblik, zonder veel omhaal, zijn priesterrol te vervullen. Zijn diep geloof had hij meegekregen van zijn moeder. In het kraaknette huis in de Doelstraat was moeder Liza zijn lichtend voorbeeld. Zij was één van die eenvoudige en goede vrouwen, zichzelf wegcijferend in de zorg om haar gezin en met dat rotsvaste geloof werkelijk vroom. José had veel mee van zijn moeder. En wanneer we in onze jeugdige onstuimigheid al eens te hard wilden doordraven, dan kon zij zo eenvoudig en hartelijk zeggen :   "Maar José toch ...'. In die simpele woorden lag al haar liefde en zorg besloten. De priesterwijding van José was dan ook wellicht de schoonste dag van haar leven. Zoals hij zich inzette voor de studentenbond, zo was hij vol verwachting naar zijn missie."
In 1955, op 20 augustus, vertrok José met de boot naar Kongolo. Hij werd al vlug directeur van de normaalschool. Hij liep met grote plannen rond : de broesse in met de kapelwagen.

In 1961 kwam hij op verlof, midden de troebelen rond de onafhankelijkheid. Hij was echt bekommerd zeker zo gauw mogelijk terug te keren. Hij voelde het als een plicht om in de moeilijke tijden terug te zijn bij zijn Baloeba's. En daar mocht geen enkel kwaad over gezegd worden, dat deed hem pijn. Hij moest en zou er naar toe, hij kon hier niet blijven aan de veilige wal als het ginder stormde. Daarvoor was hij te zeer missionaris. Zijn taak lag 'ginder, bij zijn mensen'.

In Ingelmunster is, in de voorgevel van de kerk, een gedenksteen ter nagedachtenis aan de Ingelmunsterse martelaren (E.P. Kamiel Vandekerkhove - China 1949 - ; E.P. José Vandamme - Congo 1962 - ; Zr Irène Maria Coopman - Aba 1954). De gemeente noemde ook een straat naar Pater José (de 'Pater Vandamme-straat' ).  

Page précédente