Né à Epraves (Namur), 29/09/1911
Décédé à Kongolo, 1/01/1962
Nationalité: belge
Profession à Orly: 8/09/1930
Sous-diaconat à Herent (Leuven): 10/03/1935
Diaconat à Leuven: 22/04/1935
Prêtrise à Leuven: 7/07/1935
Consécration à l'apostolat à Leuven: 5/07/1936
Voeux derniers à Leuven: 14/10/1933
Le Père André Van der Smissen,
originaire d'Eprave, était le fils d'André Van der Smissen en de Hélène Winssinger. En
1912 son père se rendit au Congo comme agent colonial et la famille alla s'établir à
Ave-et-Auffe, qu'elle quitta par la suite. Il avait une sur, d'un an sa cadette.
Il fit ses humanités au collège d'Allex (France).
Nommé professeur au collège de Gentinnes, il eut le grand bonheur de partir au Congo en
1939.
D'abord professeur à l'école moyenne de Kindu, il fut mobilisé dès le mois de juin
1940 comme adjudant infirmier à la Force publique. Il ne tarda pas à devenir aumônier
du bataillon qui partit pour le Moyen-Orient, où il fit campagne.
A son retour, il fut nommé aumônier du Centre d'instruction de Kongolo, où, pendant de
nombreuse années, son dévouement inlassable, sa modestie, son zèle méthodique sut lui
acquérir la sympathie tant des gradés que des soldats.
Son esprit d'organisation put se donner libre cours au petit séminaire où il fut
directeur pendant six ans. Mgr Bouve lui confia les dernières années la tâche délicate
de procureur du diocèse. Prêtre et religieux très surnaturel il fut un directeur
spirituel très écouté. Les charges qu'il avait assumées avaient miné sa santé, et,
les derniers temps, son évêque lui avait, à plusieurs reprises, proposé un congé en
Belgique. Il l'avait remis à plus tard, estimant que sa tâche n'était pas terminée.
Quelques témoignages de gens qui l'ont connu :
"J'ai gardé de lui le meilleur souvenir, notamment de ses qualités humaines et
de sa largeur d'esprit, qui le firent beaucoup apprécier aussi bien du cadre européen
que de la troupe ; sa fin tragique me peine profondément." (Lettre du Prof.
Dr.P.Limbos - clinique coloniale.)
"Parmi eux (les victimes de Kongolo) il y a un ami qui a donné sa vie pour ceux-là
même à qui il donnait tout de son vivant. Vous avez deviné qu'il s'agit du R.P.André
que j'ai connu pendant des années en qualité d'aumônier militaire à Kongolo. - Je
verrai toujours le R.-P. André dans sa maison, sise au milieu du camp de la troupe et où
tous les militaires étaient des invités permanents, ils y trouvaient des distractions,
des conseils, de l'affection, de l'aide morale et matérielle, un peu d'espoir et de
lumière au seuil de la vie militaire qui était dure et étrange pour la plupart des
recrues. Ils y trouvaient le chemin de la chapelle que nous avons fréquentée et
pouvaient se rapprocher ainsi de notre chrétienté. - II prenait leur défense à chaque
occasion et je puis dire que j'ai été parfois
son confident ce qui m'a permis d'apprécier sa grandeur d'âme et les sentiments profonds
qu'il manifestait toujours pour les moins privilégiés." (Lettre du Colonel Van
Hoorebeke à Mgr Jadot).
"Songe qu'avant de se donner en nourriture - chaque fois - le Christ s'immole,
c.à.d. devient d'abord victime. Rien que cela nous pousse - de notre côté - à avoir
cette disposition fondamentale de la donation totale de nous-même. La vie religieuse est
si belle quand on la comprend et quand on veut la réaliser (dernière lettre du P. Van
der Smissen à sa cousine(?) bénédictine).
Uit "Het drama van Kongolo"
De familie Van der Smissen-Winssinger, afkomstig uit Oost-Vlaanderen, verhuisde naar
Eprave, een deelgemeente van Rochefort. Daar werd André geboren op 29 september 1911. De
jongen heeft een 'bewogen' jeugd gekend. Eerst liep hij school in Rochefort, dan in
Brussel, waar hij bij een tante verbleef. In 1921 woonde zijn familie in
Champigny-sur-Marne, nabij Parijs. Met zijn oudere broer vertrok hij naar de apostolische
school van de Paters Dominicanen in Freiburg (Zwitserland). Dat beviel hem niet! Daarom
wendde de pastoor van Champigny zich tot de Spiritijnen die hij kende om André op te
nemen in hun apostolische school van Allex. André werd aanvaard en begon in 1922 de
zevende klas, die voorbereidde op de humaniora. De familie was toen al verhuisd naar
Argenteuil, nabij Parijs.
In 1929 trad André in het noviciaat van de Paters van de H. Geest te Orly en legde de
eerste kloostergeloften af op 8 september 1930. Met de daar aanwezige Belgen kwam hij naar
ons land voor de verdere opleiding tot het priesterschap (1930 - 1936). Op 7 juli 1935
werd hij te Leuven priester gewijd. Tijdens zijn laatste jaar theologie vervulde André
tevens zijn legerplicht voor de 'Force publique' van Kongo als brancardier-verpleger aan
het Universitair Coloniaal Centrum van Leuven en het militair hospitaal van deze stad.
Wegens zijn zwakke gezondheid werd zijn eindexamen van theologie uitgesteld. Tot Pasen
1937 ging hij op rust in het missiecollege van Lier, met als enige taak de 'surveillance'.
Daarna werd hij benoemd voor ons missiecollege te Ingelmunster en vervolgens , in 1938,
voor het college van Gentinnes.
Tot zijn grote vreugde mocht Pater Van der Smissen in 1939 naar Kongo vertrekken. Zijn
eerste taak was leraar aan de middelbare school van Kindu. In 1940 werd Pater André
gemobiliseerd als adjunct-zieken-verpleger, en korte tijd later als aalmoezenier. Met zijn
bataljon trok hij naar Nigeria, Abessynië en het Midden-Oosten.
Bij zijn terugkeer in 1945 werd hij aalmoezenier van het militair opleidingskamp van
Kongolo, waar hij jarenlang door zijn toewijding en goedhartigheid de genegenheid van
officieren en soldaten verwierf.
Kolonel Van Hoorebeke getuigde over hem: 'Ik zag Pater André steeds in zijn huis, midden
in het kamp, waar de militairen hem voortdurend bezochten. Zij vonden bij hem ontspanning,
goede raad, genegenheid, morele en materiële steun, hoop en licht op de drempel van hun
militaire loopbaan, die voor de meesten hard en vreemd scheen.
Zij vonden er ook de weg naar de kapel. Bij elke gelegenheid trad hij op als hun
verdediger. Ik mag zeggen dat ik soms zijn vertrouweling was en daarbij zijn
goedhartigheid en zijn diepe gevoelens voor de minstbedeelden vaststelde'.
Daarna was Pater Van der Smissen zes jaar lang directeur van het kleinseminarie en zeer
gewaardeerd als geestelijke leider.
Dan benoemde Mgr Bouve hem tot procurator van het bisdom d.i. hij werd belast met de
financiële en economische zaken van het bisdom. Man van strenge stiptheid kweet hij
zich met veel zorg van die taak. Toen de rebellen op 31 december 1961 Pater André kwamen
arresteren, lagen de jaarrekeningen van 1961 al klaar.
In een laatste brief aan zijn tante schreef Pater Van der Smissen dat het gevaar in
Kongolo toenam, maar dat hij zijn leven offerde voor de Kerk van Kongo. Aan haar dochter,
benedictines, schreef hij: "Denk er aan dat Christus, voor Hij zich geeft als
voedsel, zich opoffert...Dat spoort ons aan tot die fundamentele gesteldheid van totale
gave van onszelf".
Die totale gave van zichzelf vervulde Pater André Van der Smissen op nieuwjaarsdag 1962
toen hij met zijn 19 confraters, werd neergeschoten in datzelfde militaire kamp, waar hij
zovele jaren met hart en ziel zijn priesterlijk apostolaat uitgeoefend had.